Wat valt je (het meest) op bij bloemen?
Dat ze mooie kleuren hebben,
Dat ze lekker kunnen ruiken
Dat een groot aantal kan meebewegen met de zon.
Hoe zit dit dan?
"Wie van bloemen houdt zal ze plukken, maar wie er echt om geeft, geeft ze water en aandacht"
Een hele reeks van pigmenten (een stof die een kleur re ecteert) zorgt voor de verschillende bloemkleuren. Zo zien we de kleuren geel, rood, blauw, groen, bruin en wit en alles er tussen in. Sommige bloemen hebben felle kleuren andere weer zachte kleuren. Het menselijk oog ziet echter andere kleuren dan een insectenoog. Insecten, met name bijen, zien kleuren die het menselijk oog alleen onder ultraviolet licht kunnen zien. De honingbij kan tenminste zes kleuren onderscheiden: geel, blauwgroen, blauw, violet, ultraviolet en 'bijenpurper' (een mengsel van geel en ultraviolet). Een belangrijke eigenschap voor een insect dat afhankelijk is van bloembezoek en dus de belangrijke bloemen goed moeten kunnen herkennen.
Afbeelding: Alvesgaspar
Bloemen ruiken over het algemeen lekker. Er zijn meer dan 700 verschillende geurstoffen gevonden bij planten. Het is dan ook niet voor niets dat bloemen veel gebruikt worden als basis voor parfums. Bloemen maken mensen vrolijker gestemd en de geur speelt hier een belangrijke rol bij. Het lijkt er bijna op dat de geur van bloemen ontworpen is voor de mens, maar dit is maar ten dele waar. Geurende bloemen doen dit vooral om zichzelf in stand te kunnen houden.
Voor veel planten is geur namelijk een absolute noodzaak. Insecten en in sommige gevallen ook vogels zijn nodig voor de voortplanting. Bijen, torren, vlinders, vliegen en andere insecten worden aangetrokken door de aroma’s van bepaalde bloemen. Zij zorgen voor het overdragen van het stuifmeel van plant tot plant. Zonder deze insecten kunnen veel planten niet bestaan.
Er bestaan ook bloemen waarvan de geur voor de mens erg onaangenaam is, maar voor aasvliegen juist super aantrekkelijk. Deze bloemen hebben vaak een vuilrode of bruinachtige kleur en ruiken jawel... naar bedorven vlees. Andersom geldt dit ook. Geuren die voor ons aangenaam zijn, kunnen juist een afwerend effect op insecten hebben. Lavendel is een goed voorbeeld hiervan.
Hoe meer kleur en looistof een bloem bevat, hoe minder geur deze verspreidt. De sterkste geur heeft een witte bloem, die in de avondschemering motjes en nachtvlinders moet aantrekken. Deze bloemen hebben geen uitgesproken kleur nodig om te kunnen overleven. Er zijn ook planten die vooral afhankelijk zijn van insecten welke overdag actief zijn. Deze bloemen hebben vaak gele, rode of blauwe bloemen, waarbij de gele bloemen het sterkste ruiken en de blauwe het minste.
Sommige bloemen gaan dicht als het donker wordt. Ze openen zich na het opkomen van de zon en sluiten ’s avonds. Ook bij regenachtig weer zijn deze bloemen veelal gesloten. Aan de onderkant van de kelk en bloembladen, bij de aanhechting op de bloembodem, zit een zogenaamd scharnier dat deze bewegingen mogelijk maakt.
Niet alle bloemen kunnen open en dicht gaan. Als de zonnebloem eenmaal open is kan het zich niet meer sluiten, terwijl de paardenbloem dit wel kan. De zonnebloem kan wel de bloem naar beneden laten hangen en zo de bloempjes en later de ontwikkelende zaden tegen regen te beschermen.
Veel bloemen kunnen met de zon mee draaien, zodat het hart van de bloem altijd op de zon gericht is.
's Nachts draait de bloem dan terug. De zonnebloem is hier een goed voorbeeld van.
Kortom, de bloemen zijn mooi, ruiken lekker, maken ons vrolijk en zijn zeer nuttig voor de natuur!!
En wie heeft er nooit gehoord van de spreuk “De bloemetjes buiten zetten”??
Dit themaverhaal is gemaakt door een vrijwilliger van de Delftse Natuurwacht. Uiteraard doen wij altijd ons uiterste best om bij teksten of afbeeldingen de juiste bronvermelding te plaatsen. Wanneer u desondanks van mening bent dat ten onrechte een tekst of afbeelding is geplaatst, of de gewenste bronvermelding ontbreekt, neemt u dan alstublieft direct contact op met ons: vragen@natuurwacht.nl. We zullen dit dan zo snel mogelijk herstellen.