1 september 2019

Egels

De Natuurwacht heeft als jaarthema 2019 insecten en 2019 is ook het jaar van de egel.

Wat is dat een mooie gelegenheid om de egel onder de loup te nemen!

Een lijfje met duizenden stekeltjes, een spits snuitje, glimmende kraaloogjes, kort staartje en slanke pootjes. Dat kan niet missen, dat is ...

Een egel

Wie kent dat schattige nachtdiertje niet? Het is een echte langslaper, smakt als hij eet, is niet echt knuffelbaar en toch vindt iedereen hem leuk, maar... heb je hem ooit wel eens gezien in de vrije natuur?

Het zijn echte nachtdieren. Overdag liggen ze lekker te slapen. Pas als het schemerig wordt en wij naar bed gaan komen ze te voorschijn. In de winter komen ze helemaal hun bed niet uit, want ze houden een winterslaap. Dus... de kans dat je er buiten eentje ziet rondscharrelen is niet zo heel erg groot.

Toch leven er een heleboel in ons land. Hoeveel dat er precies zijn weet niemand. Wel wordt bijgehouden hoeveel er elk jaar door een auto worden overreden. Dat zijn er zo’n 200.000! De meeste slachtoffers zijn mannetjes. Zij maken grotere zwerftochten dan de vrouwtjes.

Een beschermd dier

Volgens de Nederlandse wet is de egel een beschermde diersoort. Dat betekent dat je ze niet mag doden of in je bezit hebben. De mens is zijn grootste vijand! Is het niet onze auto die de egel doodt, dan raakt hij wel verstrikt in een moestuinnet, zit klem in een (bijna) leeg blikje of potje, wordt ziek van het eten van ons afval of van de melk die sommige mensen voor hem buiten zetten.

Een mooi rond bolletje

De egel kent (naast de mens) slechts enkele natuurlijke vijanden. Dat zijn de das, de bunzing en de vos. Maar daar kan hij nog wel eens aan ontsnappen door zich op te rollen tot een stekelig balletje. Hij spant zij rugspieren aan, waardoor alle stekels uit gaan staan. Het lijkt net een tennisbal vol met stekels. De egel is het enige zoogdier dat zich zo mooi op kan rollen. Eenmaal opgerold kan hij wel een paar uur zo blijven liggen! Pas als het gevaar echt geweken is komen kop en poten weer tevoorschijn en zoekt hij een veilige plek op.

Wie puft er zo in de tuin?

Volgegegeten, weer op gewicht na de winterslaap gaan de mannetjes op zoek naar een lief vrouwtje. Hij legt daar soms wel 2 kilometer voor af, steekt als het moet al zemmend het water over. Eenmaal het vrouwtje gevonden begint de luidruchtige hofmakerij. Man en vrouw dribbelen al sissend om elkaar heen. Aanvankelijk verweert het vrouwtje zich met een bliksemssnelle klap of beet. Tot slot geeft zij toe en vindt de paring plaats. Na de paring jaagt het vrouwtje het mannetje weg. Zij maakt op een beschutte plek een nest van dorre bladeren en gras waarin de kleintjes (2- 10) na een dracht van ca. 34 dagen, 5-6 weken, worden geboren. De eerste worp gebeurt meestal in juni, de tweede later in de zomer.

Een gesmak van jewelste

Als je op een mooie zomeravond tussen de struiken een geritsel, gesnuif en gesmak hoort, is het vast een egel of egelfamilie op zoek naar eten. Moeder egel zoekt met haar kleintjes het hele woongebied af naar lekkere hapjes. Als de kleintjes geleerd hebben wat te eten en oud genoeg zijn jaagt moeder hen weg. Eten is een luidruchtig gebeuren bij de egel. De egel wordt bij zijn zoektocht naar eten geholpen door goede ogen en oren en vooral een uitstekende reuk, het orgaan van Jacobson. Dit orgaan van Jacobson, tussen het gehemelte en de neusholte, wordt met schuimend speeksel vaak schoongemaakt. De egel loopt zigzaggend door zijn jachtgebied, geniet van een naaktslak, kraakt het huisje van een huisjesslak, verrast een regenworm of overvalt een groep pissebedden. Soms hoort hij jonge muisjes piepen. Hij sluipt naar voren en trekt het schel piepend babymuisje uit z’n nest en smakt het luidruchtig naar binnen. De egel eet ook grotere insecten, muggen, vliegen, oorwormen, paddestoelen, bessen, appels, eieren, kuikens, duizendpoten, kikkers en dode mollen. Je ziet, zijn eten is heel divers! Soms eet hij rottend, gistend, fruit en loopt daarna waggelend, dronken van de alcohol naar huis.

Slapen ... slapen ... winterslaap

Tijdens de wintermaanden laten egels zich niet zien. Vanaf november tot eind april houden ze een winterslaap in een winternest van dorre bladeren onder een heg of houtstapel of een door de mens gemaakt egelhuis. Vanaf april kun je ze ’s avonds en ’s nachts tussen het groen horen scharrelen of op een holletje over de weg zien rennen (op hun korte pootjes halen ze wel een snelheid van 2 meter per seconde!) Na de winterslaap gaan ze eerst op zoek naar veel eten om weer aan te sterken!

Help de egel in je tuin

Een volwassen egel kan per dag wel 1/3 van zijn lichaamsgewicht aan eten naar binnen werken. Dat is zo’n 150-300 gram aan slakken, regenwormen, slakken, kevers, pissebedden enzovoort. Soms eten ze wel 40 slakken per nacht. Een betere slakkenbestrijding bestaat er niet!

Door de tuin egelvriendelijker te maken helpen we de egel en hebben we minder last van insecten, slakken etc. In de tuin.

  • de egel moet ook in de tuin kunnen komen door afscheiding met een heg of een schutting met een opening onderaan.
  • maak een composthoop: dat zorgt voor slakken, wormen en pissebedden, een prima maaltijd!
  • veel planten en struiken: daar scharrelt een egel graag onder!
  • een vijver met uitstapplankje of vogeldrinkbak om water te drinken! Geen melk!!
  • een rommelhoekje met droog blad of een takkenhoop: daar doet hij een dutje!
  • misschien kun je ook zelf een egelhuis, een winterverblijf bouwen.

Ik voel me geïnspireerd om mijn tuin meer egelvriendelijk te maken, jullie ook?

Aan de slag dan maar!

Opmerking

Dit themaverhaal is gemaakt door een vrijwilliger van de Delftse Natuurwacht. Uiteraard doen wij altijd ons uiterste best om bij teksten of afbeeldingen de juiste bronvermelding te plaatsen. Wanneer u desondanks van mening bent dat ten onrechte een tekst of afbeelding is geplaatst, of de gewenste bronvermelding ontbreekt, neemt u dan alstublieft direct contact op met ons: vragen@natuurwacht.nl. We zullen dit dan zo snel mogelijk herstellen.

Meer themaverhalen

ontworpen door: Anna Sivera van der Sluis, gebouwd door: Frank Samwel